Charter / handvest van de freinetbeweging (vertaling)
Dit is de vertaling van de geactualiseerde versie die Icem maakte in 2018 en 2019.
Het Handvest dat wij hier publiceren is ontwikkeld en unaniem aangenomen op het Congres in Pau in 1968, en bijgewerkt op de Algemene Vergaderingen van de ICEM in mei 2018 en mei 2019 in Parijs.
Het handvest van de Moderne School
Ook al dateert het handvest van de Moderne School van een tijdje geleden (1968), de filosofie ervan is vandaag nog steeds zeer relevant. Het is een basistekst waar de ICEM-leden zich nog steeds aan houden.
1 Opvoeding is ontplooiing en groei, geen opeenhoping van kennis,
dressuur en conditioneren. In deze geest zoeken we naar werktechnieken en
middelen, organisatievormen en leefwijzen binnen de school en de samenleving,
waardoor de ontplooiing en de groei zo maximaal mogelijk kunnen verlopen. Gesteund
door het werk van Freinet en sterk door onze eigen ervaring, zijn wij zeker van
onze invloed op het gedrag van kinderen die de volwassenen van morgen zullen
zijn, maar ook op het gedrag van de opvoeders, die opgeroepen worden om een
nieuwe rol in de maatschappij te spelen.
2 Wij zijn tegen elke vorm van indoctrinatie. Wij beweren niet dat we vooraf
kunnen bepalen hoe het kind dat we opvoeden zal worden; wij bereiden het niet
voor op het dienen en verderzetten van de wereld van vandaag, maar op het
bouwen aan de samenleving die zijn ontplooiing optimaal zal waarborgen. Wij
weigeren zijn gedachten te plooien naar om het even welk onfeilbaar en vooraf
bepaald dogma. Wij leggen ons erop toe van onze leerlingen bewuste en
verantwoordelijke volwassenen te maken, die een wereld zullen bouwen waar
oorlog, racisme en alle vormen van
discriminatie en uitbuiting verbannen zullen zijn.
3 Wij verwerpen de illusie van een opvoeding die op zichzelf zou
bestaan, los van de grote sociale en politieke stromingen die haar bepalen. De
opvoeding is een element maar enkel een element van de absoluut noodzakelijke
sociale revolutie. De sociale en politieke context, de leef- en
werkomstandigheden van de ouders en van de kinderen zijn van beslissende
invloed op de vorming van de jonge generaties. Wij moeten de opvoeders, de
ouders en alle vrienden van de school wijzen op de noodzaak om zij aan zij met
de arbeiders, de kwetsbaren en de werklozen, de politieke en sociale strijd te
strijden, zodat het openbaar onderwijs zijn gerespecteerde opvoedkundige taak
kan vervullen. In deze geest zal ieder van onze leden handelen volgens zijn
ideologische, filosofische en politieke voorkeuren, opdat de voorwaarden voor
de opvoeding opgenomen zouden worden in de enorme inspanning van de mens op
zoek naar geluk, cultuur en vrede.
4 De school van morgen zal de school van het werk zijn. Het creatieve werk,
vrij gekozen en op zich genomen door de groep, is het grote principe, het
fundament zelfs van de éducation populaire (= volksontwikkeling). Daaruit
zullen alle verworvenhedenvoortvloeien en zullen alle potentiële
mogelijkheden van de kinderen zich doen gelden.
De school die zo ontstaat, door het werk en de verantwoordelijkheid, zal
perfect geïntegreerd zijn in het sociale en culturele milieu, waaruit ze
vandaag willekeurig is losgemaakt.
5 De school zal zich richten op het kind. Het kind dat, met onze hulp, zelf
zijn persoonlijkheid bouwt. Het is moeilijk het kind, zijn aard, zijn kerngedachten,
zijn elan te kennen om op deze kennis ons opvoedkundig gedrag te baseren; toch opent
de freinetpedagogie de ruimte voor een herstellende school, gebaseerd op vrije
expressie door de natuurlijke methoden, door het voorbereiden van de helpende
omgeving en technieken die een natuurlijke, levende en culturele opvoeding
mogelijk maken .
6 Het experimenteel onderzoek en de coöperatie zijn de voorwaarden
voor onze inspanning om de school te moderniseren. Er is in de freinetbeweging
geen catechismus, dogma, systeem of label, dat we iemand vragen te
onderschrijven. Wij organiseren daarentegen op alle actieve niveaus in onze
beweging, de voortdurende confrontatie van ideeën, onderzoeken en ervaringen. Wij
organiseren onze pedagogische beweging op basis van en volgens de zelf ervaren
principes die in zich in onze klassen gemanifesteerd hebben: het constructieve
werk als vijand van oeverloos gepraat, vrije activiteit in het kader van de
gemeenschap, vrijheid voor het individu om zijn werk te kiezen temidden van de
groep, samen overeen gekomen discipline.
7 De opvoeders van de freinetbeweging zijn verantwoordelijk voor de richting en
het beheer van hun coöperatieve inspanningen. Alleen omdat het werk het vraagt,
komen kameraden op verantwoordelijke posten zonder financiële tegemoetkoming,
uitgezonderd de terugbetalingen zoals beslist door de organisatie. De
auteursrechten zijn in handen van de freinetbeweging: het meewerken door
schrijven, redigeren en uitgeven van documenten is vrijwillig en kan geen
persoonlijke winst opleveren. Alle werkgroepen (regionaal, nationaal,
taakgroepen, bestuursgroepen, …) denken en produceren in coöperatieve vorm in
het belang van de beweging.
8 Onze schoolbeweging zorgt voor het onderhouden van vriendschapsbanden en samenwerking met alle organisaties die in dezelfde richting werken. Dit met het verlangen om de openbare school zo goed mogelijk te dienen en ons doel de modernisering van het onderwijs te versnellen dat we in volledige onafhankelijkheid een loyale en effectieve samenwerking zullen blijven voorstellen met alle leken organisaties die zich engageren in onze strijd.
9 Onze relaties met het bestuur. In onze laboratoria die onze werklokalen zijn, op de lerarenopleiding, tijdens nationale of regionale stages, zijn we klaar om onze ervaringen aan collega’s door te geven voor de pedagogische modernisering. Maar we gaan onze vrijheid te houden om te helpen, te dienen, kritiek te geven, zoals de coöperatieve werkwijze van onze beweging het vraagt.
10 De freinetpedagogie is, per definitie, internationaal. Wij proberen, volgens het principe van coöperatieve werkgroepen, onze inspanningen op internationale schaal te ontwikkelen. Ons internationalisme is voor ons meer dan een strategisch concept, het is een noodzakelijkheid van ons werk en onze strijd. De ICEM is een beweging die is aangesloten bij de Internationale Federatie van Moderne Schoolbewegingen. De FIMEM is een internationale pacifistische vereniging die alle bewegingen verenigt die zich ertoe verbinden de pedagogie van Freinet te onderschrijven in die zin dat zij zich bezighouden met een emancipatorische volkspedagogie en een coöperatieve opvoeding die niemand uitsluit en zich inzet voor de vrede.
Handvest aangenomen tijdens het Congres van Pau in 1968, bijgewerkt tijdens de Algemene Vergadering van de ICEM in mei 2018 en opnieuw tijdens de Algemene Vergadering van de ICEM in mei 2019.
VERSCHILLEN TUSSEN DE ICEMTEKST VAN 1968 EN DE ICEMTEKST VAN 2019:
Vervangingen / herformulering:
l’homme wordt l’être humain,
classes wordt lieux de travail,
maîtres wordt enseignants et éducateurs,
‘la pédagogie Freinet opère un véritable redressement psychologique et pédagogique’ wordt ‘la pédagogie Freinet ouvre l’espace d’une école réparatrice’.
de omschrijving over (de relatie met) fimem wordt anders geformuleerd
aanvullingen / toevoegingen:
‘kwetsbaren en werklozen’ wordt toegevoegd aan ‘arbeiders’
Bij nr 6 wordt ‘label’ toegevoegd .
In punt 7 wordt explicieter ingegaan op auteursrechten en het principe van publiceren voor de freinetbeweging en niet voor eigen financiële inkomsten
Bij nr 9 wordt regionale stages toegevoegd
Bij nr 10 de toevoeging strijd: Notre internationalisme est, pour nous, plus qu’une profession de foi, il est une nécessité de travail ‘et de lutte’.
Hieronder de originele tekst uit 1968
Charte de l’Ecole Moderne
Het Chartre dat we hier publiceren is opgesteld en unaniem goedgekeurd op het Congres van Pau (1968). Men zal zien dat het grotendeels geïnspireerd is op het handvest van het Congres van Nancy in 1957. Deze tekst richt zich tot allen die, leraar of geen leraar, zich bezig houden met de opvoeding. Het is een echt manifest dat de grote ideeën uitdraagt die ons aan de freinetpedagogie binden en die onze dagelijkse actie richting geven. In de geest van Freinet moest dit handvest vervolledigd worden met een Handvest van het kind en het is in deze geest dat hij op het Congres van Nantes in 1957, een project dat hij indiende aan de overheid, aan de onderwijzersorganisaties, aan de ouderverenigingen en met name aan de UNESCO. Op 20 november 1959 heeft de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties de ‘Verklaring van de rechten van het Kind’* aangenomen waarin een groot aantal van de principes die Freinet benadrukte opgenomen zijn. Daarentegen bevat deze universele tekst geen enkele specifieke verwijzing naar het schoolleven. Het is daarom dat wij het project van Nantes hier nog eens weergeven. https://www.icem-pedagogie-freinet.org/node/39378 *De tekst is gepubliceerd in ‘Le Courrier de l’Unesco’ van november 1960.
1 opvoeding is ontplooiing en groei, geen opeenhoping van kennis, dressuur en conditioneren. In deze geest zoeken we naar werktechnieken en middelen, organisatievormen en leefwijzen binnen de school en de samenleving, waardoor de ontplooiing en de groei zo maximaal mogelijk kunnen verlopen. Gesteund door het werk van Freinet en sterk door onze eigen ervaring, zijn wij zeker van onze invloed op het gedrag van kinderen die de volwassenen van morgen zullen zijn, maar ook op het gedrag van de opvoeders, die opgeroepen worden om een nieuwe rol in de maatschappij te spelen.
2 Wij zijn tegen elke vorm van indoctrinatie. Wij beweren niet dat we vooraf kunnen bepalen hoe het kind dat we opvoeden zal worden; wij bereiden het niet voor op het dienen en verderzetten van de wereld van vandaag, maar op het bouwen aan de samenleving die zijn ontplooiing optimaal zal waarborgen. Wij weigeren zijn gedachten te plooien naar om het even welk onfeilbaar en vooraf bepaald dogma. Wij leggen ons erop toe van onze leerlingen bewuste en verantwoordelijke volwassenen te maken, die een wereld zullen bouwen waar oorlog, racisme en alle vormen van discriminatie en uitbuiting verbannen zullen zijn.
3 Wij verwerpen de illusie van een opvoeding die op zichzelf zou bestaan, los van de grote sociale en politieke stromingen die haar bepalen. De opvoeding is een element maar enkel een element van de absoluut noodzakelijke sociale revolutie. De sociale en politieke context, de leef- en werkomstandigheden van de ouders en van de kinderen zijn van beslissende invloed op de vorming van de jonge generaties. Wij moeten de opvoeders, de ouders en alle vrienden van de school wijzen op de noodzaak om zij aan zij met de arbeiders de politieke en sociale strijd te strijden, zodat het openbaar onderwijs zijn gerespecteerde opvoedkundige taak kan vervullen. In deze geest zal ieder van onze leden handelen volgens zijn ideologische, filosofische en politieke voorkeuren, opdat de voorwaarden voor de opvoeding opgenomen zouden worden in de enorme inspanning van de mens op zoek naar geluk, cultuur en vrede.
4 De school van morgen zal de school van het werk zijn. Het creatieve werk, vrij gekozen en op zich genomen door de groep, is het grote principe, het fundament zelfs van de volksontwikkeling. Daaruit zullen alle verworvenheden voortvloeien en zullen alle potentiële mogelijkheden van de kinderen zich doen gelden.
De school die zo ontstaat, door het werk en de verantwoordelijkheid, zal perfect geïntegreerd zijn in het sociale en culturele milieu, waaruit ze vandaag willekeurig is losgemaakt.
5 De school zal zich richten op het kind. Het kind dat, met onze hulp, zelf zijn persoonlijkheid bouwt. Het is moeilijk het kind, zijn aard, zijn neigingen, zijn elan te kennen om op deze kennis ons opvoedkundig gedrag te baseren; toch verwezenlijkt de freinetpedagogie een echte psychologische en pedagogische verbetering, gebaseerd op vrije expressie door de natuurlijke methoden, door het voorbereiden van de helpende omgeving en technieken die een natuurlijke, levende en culturele opvoeding mogelijk maken .
6 Het experimenteel onderzoek aan de basis is de eerste voorwaarde voor onze inspanning om de school te moderniseren door de coöperatie. Er is in de freinetbeweging geen catechismus, dogma of systeem, dat we iemand vragen te onderschrijven.
Wij organiseren daarentegen op alle actieve niveaus in onze beweging, de voortdurende confrontatie van ideeën, onderzoeken en ervaringen. Wij organiseren onze pedagogische beweging op basis van en volgens de zelf ervaren principes die in zich in onze klassen gemanifesteerd hebben: het constructieve werk als vijand van veelpraat, vrije activiteit in het kader van de gemeenschap, vrijheid voor het individu om zijn werk te kiezen temidden van de groep, samen overeen gekomen discipline.
7 De opvoeders van de freinetbeweging zijn de enige verantwoordelijken voor de richting van het beheer van hun coöperatieve inspanningen.
Alleen omdat het werk het vraagt, komen kameraden op verantwoordelijke posten, geen enkele andere overweging.
Wij zijn diepgaand geïnteresseerd in het leven van onze coöperatieve omdat het ons huis is, onze werkplaats die wij moeten voeden met onze middelen, onze inspanningen, ons denken en die wij zullen verdedigen tegen iedereen die onze gedeelde belangen zou kunnen schaden.
8 Onze schoolbeweging zorgt voor het onderhouden van vriendschapsbanden en samenwerking met alle organisaties die in dezelfde richting werken. Dit met het verlangen om de openbare school zo goed mogelijk te dienen en ons doel de modernisering van het onderwijs te versnellen dat we in volledige onafhankelijkheid een loyale en effectieve samenwerking zullen blijven voorstellen met alle leken organisaties die zich engageren in onze strijd.
9 Onze relaties met het bestuur. In onze laboratoria die onze klaslokalen zijn, op de lerarenopleiding, tijdens nationale of regionale stages, zijn we klaar om onze ervaringen aan collega’s door te geven voor de pedagogische modernisering. Maar met een natuurlijke vanzelfsprekendheid zoals de arbeider die zijn werk kent, bedoelen wij onze vrijheid te behouden om te helpen, te dienen, kritiek te geven, zoals het hoort in de coöperatieve werkwijze van onze beweging.
10 De freinetpedagogie is, per definitie, internationaal. Wij proberen, volgens het principe van coöperatieve werkgroepen, onze inspanningen op internationale schaal te ontwikkelen. Ons internationalisme is voor ons meer dan een strategisch concept, het is een noodzakelijkheid van ons werk. Wij stichten zonder enige andere propaganda, dan die van onze enthousiaste inspanningen een internationale federatie van bewegingen van de moderne school (FIMEM = Féderation Internationale des Mouvements d’Ecole Moderne), die de andere internationale bewegingen niet vervangt maar die internationaal werkt zoals de ICEM binnen Frankrijk werkt, opdat zich broederschappen in het werk en lot zouden ontwikkelen die diepgaand en efficiënt zullen helpen aan alle werken van de vrede.