Wat te doen als je niet meer weet wat te doen
Mijn verslag van de workshop die werd gegeven door Jeroen Donckers, opgeschreven door mij, dus waarschijnlijk niet volledig en misschien ook niet altijd duidelijk.
Ons werk is soms niet te doen, maar zelfs als het niet te doen is, blijft het ons werk. Ook als het soms zinloos lijkt, is het nog nodig om het te blijven doen. Stoppen met je werk te doen zou nog erger zijn. Als er iets niet te doen is, is dat niet altijd jouw fout, je bent niet ‘mislukt’.
We zijn vaak niet de baas over onszelf op de manier waarop we dat zelf denken, omdat we voortdurend door de omgeving beïnvloed worden, dus ook door de leerlingen in de klas. Pas als dit beïnvloeden uit evenwicht is, realiseer je dat het er is.
Een strak plan kan een beveiliging zijn tegen deze beïnvloeding. Een leerplan kan zo’n soort beveiliging zijn, maar is alleen interessant als je als leerkracht persoonlijk voor dat plan kiest. Door zo’n strak plan creëer je afstand, maar die afstand is alleen gezond wanneer de band met de kinderen en met je job behouden blijft.
Het probleem van de leerkracht is vaak: ‘Hoe kan ik leerkracht blijven?’. Soms is het onvermijdelijk dat je geen leerkracht kan zijn. Er komen altijd momenten waarop je niet weet wat je moet doen, maar dat wilt niet zeggen dat je slecht bezig bent. Het niet weten wat te doen is evenveel een deel van je job als het wel weten. Ermee bezig zijn is waardevol, ook als er geen echte oplossing is.
Als je werkt met kinderen met problemen, dan heb je problemen, anders wordt er iets weggestoken, wordt er een stuk genegeerd.
Gedragsproblemen zijn een reactie van het kind op het steeds maar moeten ondergaan, een machteloos gevoel, een onderdrukking door de omgeving. De grenzen die je stelt als leerkracht moeten dan een waarborg zijn dat je hier mag zijn, geen voorwaarde om er te mogen zijn.
Er bestaat geen enkele aanpak die altijd werkt want je zit steeds in interactie met elkaar. De kinderen leggen de dingen waarvan ze niet weten wat ze ermee moeten doen op ons in de vorm van gedragsproblemen. Het is onze job om die dingen op te vangen. Op één of andere manier geef je wel aan dat je ze ontvangen hebt en dat je er mee bezig bent, ook als je zelf niet goed weet wat te doen. Je hebt het probleem ontvangen, en dat is op zich al waardevol voor het kind.
Kinderen met gedragsproblemen zitten in een situatie waar ze geen vat op hebben en reageren daardoor voortdurend op hun omgeving. Het probleem van de leerkracht is dan de neiging om zelf ook heel de tijd te reageren (bijvoorbeeld door opmerkingen te geven, het gedrag van het kind te willen sturen, inperken,…).
Als leerkracht is het belangrijk om dan speelruimte te vinden voor jezelf, en niet direct te reageren. Niet de focus op tools of oplossingen, maar kijken hoe je mens kan zijn. Openheid en ruimte creëren bij jezelf. Gaan naar een situatie waarin de kinderen het gevoel hebben dat je altijd rustig blijft, dat je wel wat kan hebben. Je reikt dan iets anders aan dan een oplossing, maar wat je aanreikt is zeer waardevol. Het is dus aan jezelf om uit die actie, reactie modus te geraken.
Weet daarbij dat je zelf heel weinig controle hebt. Je kan niet, niet reageren. Elke actie is een reactie. Je kan doen alsof en een gedrag negeren, maar dat is nog steeds een reactie.
Je moet op zoek gaan naar een rustpunt waarnaar je kan terugkeren. Probeer een situatie eerst aan te passen bij jezelf.
Het belangrijkste is dat je het kind blijft dragen. De eerste stap daarin is het kind verdragen. Maar laat het vooral niet vallen.
2 reacties
❤️
Ik had het nodig om dit efkes te lezen. Dankjewel.