Verslag kleuterontmoeting op dvdc 2020
Verslag freinetbeweging – kleuterontmoeting
Zaterdag 7 maart 2020
Aanwezigen:
Eugenie
Caroline L – Louvain La Neuve 5de 6de lj
Christelle Auderghem
An Anderlecht
Leen Anderlecht
Stephanie Booischot (verslag)
Katrien Gent
Lore Zoutleeuw
Ilse VO Tielrode
Birgit Berchem
Maddy Gent
Lien Gent
Veronique peuters en eerste kleuters Auderghem
Marie Eve
Henri
Virginie Gent
Basis van onze pedagogie:
Freinet en Freire en ook IP
Na het voorstelrondje bevragen we iedereen naar hun vragen of verwachtingen van vandaag.
Virginie vertaalde de gesprekken.
- Verschil tussen de kleuterleeftijden. Veel verschil tussen 2 en 4 jarigen en 4 en 6 jarigen.
- Hoe integreer je de jongere kleuters?
– In Gent is er een school die de nestklas heef opgericht. Min. 2 maanden en max. 2 jaar kan je in deze klas blijven. Max. 18 kinderen in de klas.
-Een andere school heeft een instapklas waar je een jaar blijft. Omdat ze 46 kinderen per klas hebben.
-De grootte van de klas, ruimtelijk en aantal kinderen, bepalen of het haalbaar is om voor de jongere kinderen te zorgen. Als er maar 1 of 2 kinderen per instap binnenkomen, is het haalbaar. Ook als je ruimte aangepast is voor jongere kinderen: klein toilet, douche, slaapruimte,… in de klas aanwezig.
-De druk bij allerjongsten in het oog houden: welbevinden is belangrijk en staat centraal. Experimenteren is belangrijk en resultaatgericht loslaten.
Eugenie: De kleintjes doen hetzelfde als de grote maar ze doen het anders en als je je eigen resultaatsgericht denken los kan laten, dan is er geen probleem
Eugenie: Als je minder middelen hebt is het des te belangrijker om het met de kinderen te bespreken: hoe gaan we dit hier aanpakken? Gerer avec les enfants
-Klas- en schoolorganisatie zijn belangrijk. Context, infrastructuur, middelen, ruimte,… bepalen de beslissingen dat scholen nemen. Dit mag wel jaarlijks terug bekeken worden.
-Andere taal opvangen is wel voordelig in een classe unique.
-Doordat sommige geen classe unique hebben, zetten ze wel hun deuren open.
-Wat is het nut van een classe unique als je de kinderen steeds per leeftijdsgroep opdeelt om te werken? Ook bv. namen geven aan deze groepen?
Toch zelf evalueren dat dit niet neigt naar jaarklassen.
-Ook de grens kennen, voel je niet altijd schuldig. Als je je er als school goed bij voelt.
Meningen over groepsnamen: kleuren, dieren,…
Kan ook gewoon jongste, middelste, oudste zijn.
-Blijf jezelf in vraag stellen.
-Kinderen die in weerstand gaan verplichten je om anders te denken. Je moet hier mee leren omgaan.
Eugenie: De kinderen die mij het meest interesseren zijn altijd diegene die in weerstand gaan, diegene die foefelen, want de toekomst is aan de tricheurs.
- Mens zijn/ leerkracht zijn.
-Hoe doe je het met de tegenwind die je krijgt? Hoe bewaar je je kracht?
Er zijn ook positieve groeiprocessen: media, techniek,…
Tegenwind? Maatschappij, ouders, inspectie, verwachtingen,…
Tegenwind van de inspectie
Tegenwind van maatschappij: middelen, opgedrongen visie, opgedrongen TADD’ers
Nadenken over elke wind die passeert.
Niet vergeten, normen, waarden, technieken en ook lesgeven!
Freinettechniek als middel zien en niet als doel.
Op leerkrachtniveau werken zoals je in de klas werkt = is niet gemakkelijk.
Kiezen voor Freinetpedagogie in Vlaanderen is niet per definitie een daad van verzet. Een groep leraren die op freinetscholen zitten zijn niet per definitie onderwijsactivisten / militant / kritisch tegenover de maatschappij? Dit ligt anders voor de generatie van Eugenie.
Onder de middag wisselen we materialen uit.
In de namiddag gingen we met een kleiner groepje verder.
- Zorgkinderen.
-Met de mogelijke middelen de kinderen zo ver mogelijk brengen.
-De kinderen elkaar laten helpen
-Druk van de klas afhalen
-Ouders moeten leren aanvaarden
-Wij, als leerkracht, ook aanvaarden en geen verwijten maken.
-Rapportgesprek ook inbreng van de kinderen: evaluatie zelf door kinderen gemaakt of leerkracht stelt vragen.
-Autonomie: kinderen moeten ook werken en spelen zonder leerkracht.
-Moeilijke kinderen:
We blokken ze vaak af
Leerkracht vangt op wat binnen komt
Alle hoeken zijn belangrijk: expressie, techniek, wiskunde,…
Je hebt kinderen die niet tot werk komen, je hebt ook praters en kijkers.
Kinderen observeren, indien nodig een volledige week. Dat je een volledig beeld krijgt.
Stoppen met je als leerkracht schuldig te voelen.
Je komt in aanraking met ouders en hun verwachtingen naar hun kind toe.
Gedrag beoordelen en niet persoon: Bv. je bent geen leugenaar: je hebt gelogen. Je bent geen dief: je hebt iets gepakt.
- Contacten met de ouders?
- Ouderparticipatie.
Wat zeg je tegen ouders.
-Nauw contact met de ouders maakt het gemakkelijker
-Soms moet je georganiseerd gesprekken doen omdat je een tolk nodig hebt.
-Via briefjes aan de ouders laten weten wat er leeft, ouders kunnen ook hun inbreng hebben
-Whatsapp voor ouders
-Reden achterhalen waarom ouders niet naar de klas kunnen/willen komen.
Context, meedelen dat een familielid ook mag komen.
-Verschillende dingen organiseren zodat er veel mogelijkheden zijn voor de ouders: atelier, werken in de tuin, voorstelling,…
-Het begint ook bij de openheid van de leerkracht. Ouders moeten zich ook goed voelen bij de leerkracht.
-Ouders die kinderen belemmeren, mogen ook grenzen krijgen. Ouders die te ver gaan.
Welke onderwerpen hebben we niet besproken maar werden wel aangekaart:
Freinettechnieken en jongste kleuters.
Kindvolgsysteem en observeren.
Ideeën voor een volgende bijeenkomst?