Over het belang van de controverse
Het denken van de freinetpedagogie is complex en niet-dogmatisch, dat is haar rijkdom en levenskracht. De praktijken die hieruit voortvloeien zijn dus geen te volgen model maar divers, dat is wat onze beweging zo rijk, maar soms ook zo verwarrend maakt.
‘Het is essentieel en gezond om onze praktijken te verduidelijken, te analyseren met formele instrumenten, gegevens te verzamelen, te theoretiseren en te conceptualiseren. Dit is essentieel en gezond voor onze zelfreflectie, om ‘onze praktijk begrijpelijker te maken voor onszelf’ (gehoord tijdens een atelier). Het is ook essentieel en gezond om ‘zichtbaar’ te zijn en te proberen een plaats in te nemen in de lerarenopleiding en begeleiding, om een legitimiteit op het gebied van de onderwijswetenschappen aan te geven. Zeker is ze serieus, de freinetpedagogie! Ze is vast en zeker stevig onderbouwd, ze is gebaseerd op grondige reflectie, op fijn doordachte pedagogische inzichten.
Het werk van ‘Laboratoire de Recherche Coopérative’ (coöperatief onderzoekslabo van ICEM) gaat in deze richting, net zoals dat van de ‘secteur formation-recherche’ (werkgroep ‘opleiding-onderzoek’ van ICEM), die helaas niet erg aanwezig is op dit congres. Maar ook het werk van alle commissies en werkgroepen, de uitwisselingen in de regionale groepen en alles wat er in de bijenkorf van dit congres ontstaat.
De strijd is zwaar, er zijn politieke kwesties en niet van de minste. Het is niet toevallig dat de freinetpedagogie weinig aanwezig is in de hogescholen en aan de universiteiten, het is niet toevallig dat ze wordt aangevallen door de hiërarchie en door bepaalde onderzoekers die beweren ‘de wetenschappelijke waarheid’ te bezitten. Een pedagogie van emancipatie en coöperatie, die uitgaat van de ervaringen van kinderen en haar eigen conceptuele instrumenten opbouwt, wordt aangevallen omdat ze vecht tegen de dominante waarden van individualisme, efficiëntie en concurrentie.
Het is dus door het verdedigen van onze waarden en onze coöperatieve werkmethoden, ons vermogen om een collectief te creëren met respect voor ieders eigenheid, dat we onze legitimiteit moeten opbouwen.
Aangezien onze tegenstanders beweren ‘de waarheid’ in pacht te hebben en beweren sociale discriminatie te bestrijden door voor iedereen ‘eenvoudige’ wegen voor te stellen, moeten we daar tegenover zetten dat we onder volwassenen complexe wegen bewandelen en altijd proefondervindelijk, om kinderen te begeleiden op de complexe wegen van de kennis.
Zo gedacht vanuit complexiteit zal deze formalisering onze diversiteit kunnen ondersteunen, zonder dat we achter de constructie van één enkel model aanhollen, wat het tegenovergestelde is van de essentie van de freinetpedagogie.
Ja, de praktijken van Freinet zijn gevarieerd en verwijzen naar diverse bronnen: er is een groot verschil tussen de Institutionele Pedagogie en de zogenaamde ‘pedagogie van het 3e type’ (Collot). Ik weet niet of zij die zich op deze twee modellen baseren zich in het concept van de ‘natuurlijke methode’ bevinden, hier misschien ingebeeld als een gemeenschappelijk concept. Het maakt niet uit. Want soms is er ook een groot verschil tussen mijn klas en jouw klas, tussen hoe jij je ‘ochtendkring doet, en mijn manier, misschien onder een andere naam. Maar we weten dat dezelfde opvatting over het kind en de mens ons verenigt. Dus kunnen we uitwisselen, onszelf de luxe van controverse aanbieden. We hoeven niet ‘wetenschappelijk aan te tonen’ dat de ene manier effectiever is dan de andere, maar we moeten onszelf voorzien van hulpmiddelen om onze keuzes te ondersteunen, ze beter te begrijpen en beter te confronteren. Diversiteit vaststellen is geen polemiek zoeken. Controverse is geen polemiek, het is niet conflicten uitlokken, het is onze diversiteit vieren en onze zekerheden bouwen op het schuivende zand van onze onzekerheden.
Catherine Hurtig-Delattre
21 augustus 2019
Geschreven tijdens het ICEM congres in Angers en verschenen in de congreskrant https://www.icem-pedagogie-freinet.org/node/58467
Vertaling: Katrien Nijs