verslag werkgroep wiskunde
0
Wat zijn onze noden vandaag?
- Inspiratie opdoen over wiskunde in de kleuterklas
- Systematisch met wiskundig onderzoek aan de slag gaan
- Hoe houd je alles bij wat elk kind heeft gedaan?
- Welke inbreng heb je als leerkracht in wiskundig onderzoek?
- Hoe pak je het organisatorisch aan, tijd verdelen, keuzes maken?
- Evenwicht tussen wiskundig onderzoek en aanbieden van leerstof
- Wiskundige buurtwandeling verder uitwerken
- Wiskundemethode Singapore maths (De Klimpaal Brussel) hoe is de relatie tussen deze methode en wiskundig onderzoek?
- Wiskundig onderzoek blijft vooral bij meetkunde, hoe verder uitbouwen?
- Ervaringen uitwisselen, inspiratie opdoen
- Wiskundig onderzoek en anderstalige kinderen
- Hoe leer je kinderen een wiskundebril opzetten
We grijpen eerst terug naar ‘De pedagogie van het werk’ van Célestin Freinet
Wiskundig onderzoek is ook werk en moet dus aan dezelfde criteria voldoen:
- Het moet zinvol en betekenisvol zijn
- Het moet kwaliteitsvol zijn
- Er moet voldoening zijn voor zichzelf
- Het moet voldoening schenken aan de groep, de groep moet er iets aan hebben
- Er moet bewondering zijn voor het eigen werk, kinderen zijn verwonderd over wat ze zelf kunnen/maken
- Er moet verwondering zijn voor het werk van de anderen
- Het moet een duidelijk doel hebben (niet aanmodderen)
- Het moet gemakkelijk te meten zijn, de vooruitgang en het verloop
- Het moet autonoom in de uitvoering zijn (het werk mag niet te moeilijk zijn)
1.Waarom doe je aan wiskundig onderzoek? Wat is de visie?
- Kinderen een houding aanleren om overal wiskunde in te zien
- Inzicht krijgen in wiskunde
- Kinderen die ‘niet graag rekenen’ toch plezier laten beleven
- De uitspraak ‘ik kan niet rekenen’ laten verdwijnen
- Onderzoekend leren, intrinsieke motivatie
- Wiskunde zinvol laten ervaren
- Iedereen gemotiveerd krijgen voor wiskunde
- Je maakt geen onderscheid in zwakke en sterke kinderen, de groep blijft samen
2. Wat heb je nodig om met wiskundig onderzoek te starten?
- Wiskundige taal bezitten (kleuters moeten wiskundige begrippen kennen + aangeleerd krijgen)
- Wiskundetaal visueel voorstellen
- wiskundige discussie op gang brengen, zorgen dat je wiskundige taal aanbrengt
- Materiaal voorzien (bv. kast om extra nauwkeurig te werken), materiaal als hulpmiddel om het doel te bereiken en niet als doel op zich
- Coöperatie is zeer belangrijk, de groep heb je nodig
- Spontaniteit hebben, verwondering moet aanwezig blijven
- Als leerkracht niet te vluchtig zijn, deftige presentatieronde, afsluitronde, deftige evaluatie
- Materiaal kan maar vergeet de experimenteerfase niet, zorg dat na het experimenteren de diepgang komt, het experimenteren in de kring brengen en met de groep tot diepgang of onderzoeksvragen komen
3. Wat is de rol van de leerkracht?
- Goed kunnen observeren
- Zorgen dat het niet vluchtig is, meer diepgang brengen
- Uit herhalingen toch nieuwe inzichten creëren
4. Hoe organiseren we dit?
- In classe unique: 2,5 jarigen kan je zeggen dat ze iets niet mogen verstoren omdat oudere kinderen aan het onderzoeken zijn
- Voor de speeltijd stille werktijd en individueel wiskundig onderzoek, met daarna de leerkring (met presenteren en leren), na de middag wiskundige onderzoeken die per 2 gedaan worden
- Wasdraad met rechts de onderzoeksvragen die nog aan bod kunnen komen, links de vragen die onderzocht worden, als ze af zijn worden ze in een map gestopt
- Digitaal portfolio (Seesaw – gratis app) per kind
- Voorstellen van niet afgewerkte wiskundige onderzoeken in een klein groepje terwijl andere kinderen met andere dingen bezig zijn
- 1 keer per week een buurtwandeling met daarna verschillende onderzoeken
- Ik-werktijd waar een 5-tal kinderen bezig zijn met een eigen onderzoek
- Een leerkring tussendoor met deelvragen, hoe het verder doen
- Vast moment waar iedereen op hetzelfde moment bezig is aan wiskundig onderzoek, ook afhankelijk van de groep
- Er is fichewerk of de computer waar kinderen naartoe kunnen grijpen als ze vast zitten met een onderzoek
- Post-itjes met wiskundige onderzoeksvragen vanuit de kinderen, daaruit kan ook gekozen worden
- Wat doe je met herhalingen? Dat kan, je zegt: we doen het nog eens maar korter, dit is ook verwerking van de leerstof
- Alles uit wiskundig onderzoek halen is niet altijd mogelijk, instructies blijven dan ook gebeuren
5. Welke evaluatie?
- Werkblad maken van onderzoeken die gepresenteerd worden, kan in de evaluatiemap
- Niet of wel toetsen?
- Onthoudbladen maken waar kinderen naar kunnen teruggrijpen
- Plickers = digitale evaluatie
- Om de 6 weken een ordinaire toets van technisch rekenen (= weggaan van het kind)
6. Hoe registreren?
- Groeperen in domeinen: getallen – bewerkingen – … en onderzoeken daarin posten in het juiste domein
- Eigen map met eigen onderzoeken en onthoudschrift met dingen die uit de groep kwamen
- Toch moeilijk om dit per kind individueel bij te houden, enkel de dingen die klassikaal teruggekoppeld worden of waar een instructie over gegeven is registreren
- Brevetten worden soms verkeerd gebruikt (middel en geen doel, brevetten zijn geen toetsen of doelen)