Verslag bijeenkomst ‘Zorg in Freinet’
0
Freinetnamiddag: Hoe integreer je zorg in een Freinet klas
Verslag door Heleen van Eenoo
Wanneer:12 februari 2020 – 13u30 – 16u30
Waar: Freinetschool De Boomgaard, Bommelstraat 24, 9000 Gent
Verslag
- 13u30 – 14u: plaatsbezoek (rondleiding in de school)
- 14u – 14u30: bijeenkomst en uitwisselen praktijkervaringen
- We starten met een rondje waarbij iedereen zijn/haar behoeften rond zorg in de klas/school/job benoemt. Er zijn 3 groepen van behoeften te onderscheiden:
- Het gevoel dat we niet genoeg kunnen doen. Er is niet genoeg tijd. Welke prioriteiten moeten we stellen?
- Hoe kunnen we in de zorg Freinet-technieken toepassen? Vanuit de verwachtingen van de inspectie en ouders merken we een “verschoolsing” op. Er wordt doelengericht gewerkt.
- Wat met de administratie rond zorgplannen en handelingsplannen?
- Deze behoeften en bezorgdheden worden verder besproken:
- De varianten en de visietekst rond zorgbeleid bieden antwoord op de vraag naar hoe je Freinet-technieken kan toepassen in de zorg.
- Freinet onderwijs werkt eigenlijk preventief naar zorg toe: je differentieert preventief zodat elk kind een taak vindt op zijn/haar niveau. Het combineren van verschillende leeftijden behoort hier ook toe.
- We willen 2 zaken tegelijk: Freinet-technieken toepassen en toch doelengericht werken. Waarom vertrouwen we er niet op dat de doelen in de technieken vervat zitten? Suggestie: na de activiteit de doelstellingen af te vinken waar je spontaan rond werkte i.p.v. ze vooraf te kiezen. Al wordt tijdens de opleiding van nieuwe leerkrachten het omgekeerde aangeleerd.
- Zorgplannen hebben beperkingen. Je begint anders te redeneren: wat moet een kind van x jaar kunnen… Maar eigenlijk wil je vertrouwen in de technieken.
- Klasorganisatie is heel belangrijk. Daaruit vertrekt heel veel: kunnen kinderen zelfstandig aan de slag, is er rust (vb. a.d.h.v. planning, visualiseren,…).
- Soms zijn er labels/leermoeilijkheden/gedragsmoeilijkheden die niet opgelost kunnen worden. We leven in een maatschappij waarin alles opgelost moet worden. Is dat wel nodig? Soms kan iets niet opgelost worden en moeten we er ons aan aanpassen.
- Werking in Booischot: er is een kindvolgsysteem waarin de doelen uit het leerplan geïntegreerd zijn. Per domein staat verwoord wat het omvat. Dit wordt bijgehouden tijdens het schooljaar en op het einde van het schooljaar aangevuld. Het vormt de basis van het rapport. De workload valt mee. De classe unique biedt stevigheid. Je leert je kinderen zeer goed kennen en dat geeft je zelfvertrouwen. Je hebt een zorgleerkracht dan niet echt nodig. Belangrijke succesfactor: vertrouwen op jezelf, als enige contact met ouders onderhouden, aanvaarden dat je niet alle problemen moet oplossen.
- We spreken van een “zorgleerkracht”, maar eigenlijk is de vraag eerder naar extra ondersteuning in de klas dan naar zorg voor één of enkele kinderen. Ondersteuning is het belangrijkste.
- Classe unique zorgt ervoor dat een deel van de zorgbehoeften worden opgevuld. De verschillende leeftijden hebben verschillende behoeften. Ze helpen elkaar en leren van elkaar. Je kan niet alles zelf oplossen. Als je een classe unique hebt, groeit je klasgroep. Ze leren van elkaar.
- Bij kleuters met gedragsproblemen is het moeilijk als je als leerkracht alleen voor de klasgroep staat. Daar bestaat geen kant en klare oplossing voor. Zelfs met de Freinet-technieken kom je er niet altijd. Een kind met gedragsproblemen verstoort de werking en organisatie van je klas.
- Je kan grote zorg aan als kinderen met zorg je groep niet te ingrijpend beïnvloeden, als het niet ten koste van de groep gaat, als het een kind is dat je toelaat de klas te laten werken.
- Samenspel: door samen te spelen met de kinderen, in te gaan op hun impulsen, bouw je een betere band met de kinderen op. De relatie versterkt. De positieve ervaring van het samenspel heeft een positieve invloed op het gedrag van de klas. Zorg kan ook hiervoor gebruikt worden: de klastitularis speelt mee terwijl zorgleerkracht de rest van de klas overneemt.
- Je voelt je als leerkracht soms alleen en eenzaam met een probleem. De leerkracht zou zich gedragen moeten voelen binnen de school. Het is belangrijk dat teams elkaar daarbij helpen. Een zorgkind is een kind van de school, niet van de titularis alleen. Dat besef kan de last op de schouders van een leerkracht al heel wat verlichten. Je ervaart steun. (vb. een kind mag ook in een andere klas gaan spelen zodat leerkracht weet dat hij/zij niet alleen staat).
- Het is belangrijk om een “case” te bespreken in het team: waar loop je tegenaan, wat heb je al gedaan. Het helpt de leerkracht om een andere kijk te horen, andere methodieken te leren kennen.
- Het kan ook heel interessant zijn dat leerkrachten de kans krijgen om bij elkaar in de klas te gaan kijken. Ondertussen neemt de zorgleerkracht de klas over zodat hiervoor tijd ontstaat. (ondersteunende leerkracht is dus een betere term dan zorgleerkracht). Daarna wordt in team besproken wat de leerkrachten ervaren hebben. Dit is een coöperatieve werkvorm: we maken samen school, wij zijn één team. Je bent niet alleen tussen jouw 4 muren van de klas.
- Het is belangrijk dat je binnen het team zorg draagt voor elkaar. Dat betekent niet enkel tips en adviezen geven, maar ook vragen: “wat heb jij nodig?”, “Wat wil jij van mij?. Zo ken je de concrete verwachtingen die ingelost kunnen worden.
- Aan ouders van zijinstromers moet duidelijk gesteld worden dat de kinderen zeer welkom zijn, maar dat we ook maar 2 handen hebben. De dankbaarheid van ouders is zeer groot. We hoeven het niet altijd te problematiseren.
- Een zorgleerkracht zou een ondersteunde leerkracht kunnen genoemd worden. Maar eigenlijk zou het ook een teamteacher kunnen zijn/worden: samen voorbereiden en achteraf bespreken. Dit gebeurt niet steeds. De zorgleerkracht en de titularis moeten een team vormen.
- Zelfzorg is belangrijk. Dat moet bespreekbaar zijn. Er moeten afspraken over gemaakt worden.
- Als zorg en klas niet meer zo strikt worden opgesplitst, als je een echt team vormt, werkt het beter. Maar de zorgplannen worden daardoor niet meer ingevuld. Daar word je op aangesproken, terwijl de werking duidelijk beter is. De druk en verwachtingen rond die zorgplannen zorgen voor stress.
- Op vlak van administratie en paperassen zou criterium moeten zijn: wat is zinvol voor de leerkracht.
- We denken veel in functie van de inspectie: we doen dit (niet) omdat de inspectie dat (niet) wil. Sommigen hebben de indruk dat, als je weet wat je doet en waarmee je bezig bent en dat kan uitleggen, de inspectie tevreden is. Anderen merken op dat veel af hangt van de inspectie die jij over de vloer krijgt.
- Het is niet omdat we hard werken, dat we zinvol bezig zijn. Daar moet je voldoende oog voor hebben.
- Veiligheid is belangrijk.
- Eén van de aanwezige zorgcoördinatoren geeft aan dat die te vaak op leerlingniveau bezig is i.p.v. op schoolniveau of structureel. Er is te weinig tijd om een groter/preventief en overkoepelend project uit te werken.
- Zorgleerkracht met flexibel rooster. Ze hangt op voorhand een blanco rooster uit in de leraarskamer, de leerkrachten vullen zelf haar planning in volgens noden en behoeften i.f.v. hun kring en andere werktijden, zo weet zij ook steeds waarbij ze zal aansluiten. Het moeilijke hieraan is het voortdurend switchen tussen de verschillende graden voor de zorgleerkracht zelf.
- Belangrijk voor beginnende leerkrachten: wat in het begin helpt is om heel veel samen te doen met de hele klas. Maak het jezelf niet te ingewikkeld, zoek het niet te ver. Je kent jezelf en je eigen verwachtingen nog niet goed, dus ook de kinderen kennen deze nog niet. Zodra je aanvoelt dat een kind iets niet of juist zeer goed kan/kent, laat je los. In je hoofd gaan de grenzen open. Durf je te laten gaan samen met e kinderen. Als je achteraf bekijkt wat ze geleerd hebben, is het vaak meer dan je op het moment zelf besefte. Dan krijg je het gevoel dat je goed bezig bent, ook al twijfelde je daaraan op het moment zelf. Wees mild voor jezelf en durf te falen. Niet alles hoeft meteen te lukken. Stap voor stap komt dat wel. Durf hulp vragen en ga gluren bij de buren.
Concrete tips
- Van een bezoek aan het buitengewoon onderwijs kunnen we veel leren. Veel kleine zaken die daar worden toegepast of materialen die worden aangeboden, kunnen ook wij in onze klas/school gebruiken.
- Zeer interessante bijscholing (enkel kleuteronderwijs) gegeven door Maddy Polfliet: Op weg naar zelfstandigheid.
- Voor kind met agressie werd een levensgrote, zachte pop gemaakt. Het idee van deze tool kwam vanuit de kinderen zelf.
- 7/3: dag van de coöperatie. Eén van de werkgroepen is met Eugénie Eloy. Zij schreef het boek: Un jardin d’enfance d’éducation nouvelle dépasser le spontané par le construit.