Mijn ervaring in de werkgroep ‘actieve wiskunde’
Na mijn deelname dit jaar aan de Freinet-tweedaagse was ik heel enthousiast over de nieuwe website. Regelmatig bezoek ik deze om nieuwe artikels te lezen.
Toen Leen een artikel schreef over vrije tekst in de eerste graad, contacteerde ik haar voor wat meer informatie. We wisselden materialen uit via mail en kwamen tot de vaststelling dat die samenwerking heel goed verliep.
Leen was enthousiast over mijn trappen voor wiskunde. Ik was enthousiast over haar fiches en spelletjes. De hele krokusvakantie wisselden we materialen uit.
Gisteren was ik dan ook blij dat ik Leen voor het eerst ‘live’ kon ontmoeten. We gingen beiden aan de slag in de werkgroep ‘actieve wiskunde’. Samen met een heleboel andere gemotiveerde leerkrachten natuurlijk.
We stelden onze ideeën voor en brainstormden over levend rekenen, buurtwandelingen en wiskundige creatie. We legden elkaar onze werking uit, onze organisatie, onze planning.
Ik werd plots minder zeker over wat ik tot nu toe dacht, maar werd terug een stuk rijker op vlak van visie.
Na deze dag onthoud ik voor mijzelf het volgende:
Ik moet me niet laten afschrikken door doorlichting, kritische ouders,… om te werken met creaties, onderzoeken, buurtwandelingen,… Ik voel van mezelf dat ik naast die producties de nood zal blijven hebben om nog een ‘back-up plan’ te voorzien als die producties niet alles dekken. Toch ligt daar de basis.
Ik ga daarom graag morgen al aan de slag met de ideeën die ik kreeg om de producties voor wiskunde voorop te stellen en niet de bundels, spelletjes,…
Bij Nederlands lukt dit perfect met de vrije tekst, waarom is dit voor mij zoveel moeilijker bij wiskunde?
Daarnaast wil ik heel graag verder de trappen uitwerken met Leen. Ik denk dat het heel belangrijk is om een evenwicht te zoeken tussen die producties en het ‘back-up plan’. Steeds weer betrap ik mezelf erop dat als ik materialen ontwikkel om bepaalde doelen te bereiken, ik soms het middel als doel stel. Het doel is niet de bundel maken of het spel spelen. Het doel is de leerstof kennen en kunnen. En in de eerste plaats proberen we hen de inhouden zelf te laten ontdekken via de onderzoeken en creaties. De bundels en spelletjes kunnen ondersteunen om zaken in te oefenen en te automatiseren.
Hoe werken de trappen? Aangezien we op onze school dit jaar gestart zijn met het gebruiken van een portfolio, zochten we een middel om de inhouden die kinderen moeten kennen voor wiskunde en Nederlands visueel voor te stellen voor ouders, de kinderen zelf, collega’s,…
We kregen het idee om een dorpsplein te creëren waar kinderen binnen kunnen wandelen en huizen kunnen bezoeken. In die huizen kunnen ze aanduiden wat ze al kennen. De gelijkvloers van een huis toont het niveau van de eerste graad. De eerste verdieping het niveau van de tweede graad en de tweede verdieping het niveau van de derde graad.
Zo zijn we druk bezig met het ontwikkelen van huizen voor spelling.
Voor het deel van getallen en bewerkingen te visualiseren, dachten we aan een hoog trappenhuis. Elke trede van een trap draagt een doel met zich mee. Elke trede wordt dan weer uitvergroot in een kleine trap met subdoelen.
Zo kunnen kinderen steeds een nieuwe trede inkleuren als ze een doel bereikt hebben. De doelen bereiken kunnen ze op verschillende manieren.
Aangezien zowel Leen en ik binnen de eerste graad zoeken naar een manier om kinderen actiever met wiskunde te laten bezig zijn, zijn we de stapjes op de treden verder aan het uitwerken.
Zo komen er per trede (dus per doel) 3 verschillende soorten fiches:
- onderzoeksfiche: kinderen onderzoeken de inhoud van de trede
- handelende fiche: door met concreet materiaal te werken (en te handelen) oefenen ze de inhouden in
- spelfiche: de inhouden worden abstracter gemaakt en via een spel geautomatiseerd
De laatste stap is dan het maken van een werkblaadje of bundeltje waarbij getest wordt of ze de inhouden begrepen hebben. Als dat zo is, kunnen ze de trede kleuren en doorgaan naar de volgende stap.
We willen de trappen flexibel houden en gebruiken als differentiatiemiddel. Bij mij in de klas werken alle kinderen op hun eigen niveau. De trappen zorgen ervoor dat er een overzicht is van wie waar zit. Natuurlijk kunnen kinderen springen in trappen, kunnen zaken weggelaten worden als ze dit al via een andere weg leerden,…
De symbolen bij elke trede (en dus doel) maken het handig om de fiches duidelijk in te delen en ervoor te zorgen dat kinderen tijdens een vrije werktijd spelletjes spelen op hun eigen niveau.
Na de dag van de coöperatie spraken we met een aantal leerkrachten af om af en toe foto’s van levend rekenen, buurtwandelingen, creaties,… met elkaar te delen. Zo kunnen we elkaar blijven stimuleren en ideeën geven. We richtten een facebookgroep op om dit te doen. Wie ook graag mee wil werken en ideeën wil geven en opdoen, kan zeker reageren en lid worden.
4 reacties
Dag Heidi,
Ik wil graag lid worden van de Facebookgroep en dingen uitwisselen.
groetjes
Karen
Amai deze facebookgroep is al in volle actie!
Super artikel Heidi!
Wat verwoord je het zo goed.
Dankjewel Kathleen en Luc om ons even weer op de grond te brengen en de essentie van de zaak niet uit het oog te verliezen .
Heidi ik wil ook wel meewerken aan het trappensysteem. Wel een vraagje welk leerplan volgen jullie? GO? En wachten we dan niet beter op het nieuwe leerplan?