Verslag bijeenkomst over TAAL – secundair en derde graad lager West- en Oost-Vlaanderen
Woensdag 28 februari vond de tweede uitwisselingsnamiddag plaats, dit keer in Gent in de Freinetmiddenschool. Het (brede) thema waar collega’s uit Kortrijk, Tielt, Brussel en Gent zich over bogen was TAAL. In de traditie die freinetwerkers eigen is, deelden we onze vragen en ervaringen om af te sluiten met een kringronde. Kim, Katrien en Conchita deelden concrete voorbeelden uit hun praktijk en verschillende deelnemers vulden aan met eigen toepassingen, inzichten en vragen. Aarzel zeker niet om volgende keer ook je computer of USB stick mee te brengen om documenten te tonen aan de groep.
Het gros van de aanwezige collega’s geeft les in het secundair onderwijs in een structuur die traditioneel is: nl. het onderverdelen van lestijden in aparte vakken. Dat vormt op zich al een uitdaging om zo freinetmatig mogelijk aan de slag te gaan. Niet dat uitdagingen een belemmering hoeven te zijn. Zo concludeerde iemand: “Ik ga voor mijzelf eerst bekijken op welke manier kan ik daar toch vakoverschrijdend mee aan de slag, want ik denk dat daar de sleutel ligt voor mijzelf …”
We bekeken de mogelijkheden die vrije tekst kan geven, zonder blind te zijn voor het vele verbeterwerk dat dit met zich mee kan brengen. Maar ook daar vallen oplossingen voor te bedenken. Er werd herhaald dat niet elke vrije tekst een klastekst moet worden. Nòg interessanter werd het toen we ons realiseerden dat de technologie van vandaag er eigenlijk kan voor zorgen dat je elk kind feedback kan geven. Wanneer we leerlingen hun teksten (vb. scenario voor een film) laten dicteren en we die als leerkracht zelf intypen en dit alles projecteren in de klas, versnellen we het verbeterproces. Terzelfdertijd activeren we de groep om mee te kijken, luisteren en leren. Meer nog, we zien klasgenoten – wanneer we daar oefenen op uitspraak aan koppelen – spontaan participeren, aan wat in oorsprong een feedback en verbetermoment voor enkelen was.
Deze namiddag herinnerde ons ook aan technieken die we een beetje uit het oog waren verloren, zoals:
zin van de dag
buurtwandeling
klaskrant
En liet ons nieuwe ideeën ontdekken: het logboek in de lessen Frans en een klasverhaal in de lessen Nederlands.
We stonden ook stil bij correspondentie en de valkuilen. Er werd de bedenking gemaakt dat pubers niet noodzakelijk zin hebben om aan elkaar te vragen wat hun lievelingseten en huisdier is en dat wanneer we correspondentie invullen als ‘individuele pennenvrienden’, het vaak een trekken en sleuren is om leerlingen aan het schrijven te krijgen. Als freinetwerkers willen we met ons taalonderwijs nadenken over de organisatie van ons werk. Dat impliceert dat we materiaal en uitdagingen creëren dat goesting geeft om te werken. Voor correspondentie blijkt bijvoorbeeld dat collectieve ervaringen en het samen schrijven daarover motiverend ervaren worden.
Schrijfwerk is enorm belangrijk. Naast het creatieve proces zijn er zoveel andere leerprocessen die we daardoor stimuleren. Wanneer onze leerlingen woorden fysiek noteren op papier, zetten ze woorden vast in hun werkgeheugen door die motorische handeling. Dat is op zich al voldoende om een pleidooi te houden voor naast enkele slim gebruikte schermen ook altijd nog een belangrijke plaats te blijven geven aan potlood en papier in onze klassen.
Wanneer we daarnaast ook onze gom goed hanteren, leren we onze leerlingen dat fouten maken mag en tegelijkertijd leren ze volharden en streven naar een juist en mooi resultaat.
Wanneer we ons gegom voorzien van degelijke feedback en duidelijke instructie, leren we onze kinderen dat de lat hoog ligt en dat er geen reden is voor hen om die maatstaf niet te halen.
We zetten hen daarmee – opnieuw – aan het werk.
En freinetonderwijs is en blijft in de eerste plaats: de pedagogie van het werk.
Uit onze eindkring bleek dat het alweer een inspirerende namiddag was en er ook andere vragen en thema’s zijn waarrond we nog graag aan de slag willen gaan:
- hoe zit het met literatuur in de hogere graden?
- hoe kunnen we aan de slag met wat leerlingen zelf aanbrengen?
- hoe slagen we erin om leerlingen te laten ontdekken en verwoorden ‘wat’ ze zelf interessant vinden?
- we waren onder de indruk van ‘de pedagogie van de gom’ (Katrien)
We sloten af met een warme oproep om in te schrijven voor de dag van de coöperatie op 30 maart, waar in werkgroepen rond verschillende thema’s gewerkt wordt. Iedereen welkom!